Je bent student, maar studeert niet
Heb je ooit wel eens de neiging gehad om voor je ouders te verzwijgen dat je een tentamen niet gehaald hebt?
Heb je je huisgenoten wel eens verteld over werkgroepen waaraan je nooit hebt deelgenomen?
Verzwijg je voor de buitenwereld dat je niet studeert?
En dit jarenlang.
Om verschillende redenen ben je met je studie gestopt. Wellicht heb je schaamtegevoelens, voel je je angstig, ben je onzeker of eenzaam. Ik raad je dan aan om het artikel ‘Nooit meer doen alsof’ te lezen.
Herken je wat er staat?
Aarzel niet langer en probeer met mijn hulp of die van een decaan, studentenpsycholoog uit deze vicieuze cirkel te komen.
Mieke
Over mij
Jarenlang heb ik gewerkt als studiebegeleider, docent, trainer en supervisor met studenten van de Lerarenopleiding 2e graads aan Hogeschool Rotterdam. Ik heb dit in diverse contexten gedaan.
Het is altijd mijn passie geweest om studenten in hun maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling te ondersteunen. Inmiddels heb ik ruime ervaring in begeleiding van schijnstudenten, alsmede hun ouders en partners.
Waar ik maar kan en gevraagd word, breng ik het fenomeen ‘pretend student’, ook wel schijnstudent onder de aandacht. Je kunt hierbij denken aan presentaties en voorlichtingen en overleggen met studentverenigingen. Ik doe dit niet enkel in Delft maar ook landelijk.
Ik verzamel alle losse informatie die met dit onderwerp te maken heeft voor op de website. Op deze manier hoop ik dat bezoekers de benodigde informatie vinden.
Hieronder is de poster te zien die verspreid is onder alle studentenverenigingen binnen Delft om de studenten bewust te maken van dit fenomeen.
Wat kan ik voor je betekenen?
Wanneer je een (lange) tijd hebt gedaan alsof je studeert, is de stap met hiermee naar buiten komen vaak heel moeilijk. Het lijkt soms ‘makkelijker’ om maar niks te zeggen tegen de buitenwereld. Opbiechten lijkt geen optie. Je blijft maar doorgaan in je schijnbaar oude ‘veilige’ patroon zonder uit de vicieuze cirkel te komen.
De schaamte om ermee naar buiten te komen is té groot. Ook kunnen gevoelens van onzekerheid en angst een rol spelen.
Met mijn begeleidingservaring en motivatie voor het onderwerp wil ik proberen dit patroon samen met je te doorbreken.
Een aantal vragen kunnen je hierbij alvast helpen:
– Wat denk je dat de reden is van het doen alsof je studeert?
– Welke keuze(s) is/zijn hieraan vooraf gegaan?
– Sinds wanneer doe je voor de buitenwereld alsof?
– Welke verwachtingen heb je ten aanzien van mij?
In het kennismakingsgesprek gaan we in op bovengenoemde vragen, we maken een plan op maat en we bespreken de eventuele verdere voortgang van je studie.
Iedereen die hier op één of andere manier mee te maken heeft, raad ik aan contact op te nemen. Van mij kun je hierin alle toewijding, respect, discretie en deskundigheid verwachten.
Ik hoop dat je in alle openheid en eerlijkheid je verhaal wilt vertellen.
Enkele richtlijnen voor de directe omgeving
Ik kan me goed voorstellen dat u geschrokken bent van de ontdekking dat uw kind of iemand anders in uw directe omgeving al langer niet studeert en dat u daar niet van wist.
Hieronder vindt u een aantal suggesties die mogelijk als steun kunnen dienen.
* Probeer, indien dit mogelijk is, rustig naar het verhaal te luisteren.
* Vragen stellen mag maar met mate.
* Voor de betrokkene is het naar buiten komen met de waarheid een enorme stap, hou dit goed voor ogen. Het kan zijn dat zij/het/hij geen andere uitweg meer ziet, dit is een benarde situatie.
* Probeer veiligheid te bieden, in welke vorm dan ook.
* Schiet niet gelijk in oplossingen, die komen later wel.
* Neem de tijd om alles in z’n volle omvang te beseffen en bv. verdrietig, bang, boos en teleurgesteld te zijn.
* Behoud de ouderrol! Word geen studiecoach / begeleider.
* Probeer de betrokkene houvast te bieden door de informatie op deze website aan te reiken op een moment dat zij/het/hij er aan toe is.
Persoonlijke verhalen
Amir (32 jaar) deelt zijn verhaal:
Ik kom uit een migrantengezin waar hard werken de norm was. Mijn vader, een strenge, hardwerkende man, was de steunpilaar van ons gezin. Mijn moeder, zachtmoedig en analfabeet, voedde ons met liefde en toewijding op. Als middelste van acht kinderen, samen met mijn tweelingzus, voelde ik de druk om mijn ouders trots te maken. Op de basisschool koesterde ik een droom. Ik wilde piloot worden. Mijn toekomst leek helder en vol belofte. Alles draaide om het piloot zijn. Mijn spreekbeurt over vliegtuigen leverde me een 10 op, een beloning voor mijn vastberadenheid en passie. Maar het lot had andere plannen. Een bezoek aan de KNO-arts bracht de harde realiteit aan het licht: mijn slechte gehoor en de noodzaak om een bril te dragen zouden mijn droom van het vliegen bemoeilijken, zo niet onmogelijk maken.
Na de basisschool kwam ik terecht op een nogal elitaire middelbare school. Ik was in het begin een buitenbeentje en voelde me vaak buitengesloten, een vreemdeling in een wereld van privileges en kansen. Hoewel ik vrienden maakte, bleef ik eenzaam in mijn strijd om erbij te horen.
Gedurende mijn middelbare schooljaren was ik vastbesloten om mijn plan-B-droom na te jagen om aan de landbouwuniversiteit in Wageningen te studeren. Eenmaal ingeschreven drong mijn vader erop aan dat ik thuis bleef wonen en op en neer zou reizen naar Wageningen. Een beslissing die mijn hart brak. Uit koppigheid besloot ik dan maar een studie te kiezen, dichtbij huis, waar ik destijds nooit van had gehoord. Ik koos voor deze studie op basis van mijn uitmuntendheid in wiskunde.
Waar mijn vrienden hun weg vonden in de wereld van studeren, bleef ik achter, verstrikt in mijn eigen onzekerheden en twijfels. Ik begon te liegen tegen mijn ouders, vrienden en iedereen om me heen over de voortgang van mijn studie. Afleiding vond ik in het verenigingsleven, waar ik maatschappelijk actief werd en een gevoel van voldoening vond.
Een brand in mijn huis werd een keerpunt, een wake-up call die me dwong om de waarheid onder ogen te zien. Ik kon niet langer mezelf voor de gek houden. Met moed en vastberadenheid gooide ik het roer om. Ik stopte met mijn studie waar toch al geen voortgang in zat en ben gaan werken. De meeste gekke baantjes nam ik aan. Ik heb mijn familie en vrienden nooit durven vertellen over het feit mijn studie al jaren op on-hold heeft gestaan. Als er gevraagd werd naar het hoe en wat dan kapte ik dat resoluut af met een kort nietszeggend antwoord: ‘het vlotte niet’ of ‘het zat me niet mee en verder doorsukkelen had ik geen zin meer in’
Na een wat roerig begin van mijn ommezwaai hervond ik mijn geluk en stabiliteit in het samenzijn met mijn wederhelft en op haar aanmoediging ben ik gaan doen waar ik op dat moment mijn voldoening uit haalde: Ik ben gaan lesgeven in het voortgezet onderwijs en tegelijkertijd in deeltijd gaan studeren om mijn bevoegdheid te halen.
Inmiddels heb ik mijn tweedegraads bevoegdheid en momenteel ben ik bezig met een eerstegraadsopleiding. Ik geef les op een hele leuke school in een waanzinnige omgeving. Ik prijs me gelukkig met mijn gezin met twee kinderen in de stad waar ik geboren en getogen ben.
Vincent (34 jaar) deelt zijn verhaal. Rond zijn 20e jaar is het pretend studeren begonnen. Hij heeft 4 jaar gestudeerd en zijn studie niet afgemaakt:
Het begon uit luiheid; de eerste jaren van de studie ging het mij vrij gemakkelijk af, waardoor ik het gevoel kreeg dat ik het wel wat rustiger aan kon doen. Dit deed ik door het wat vaker missen van college en het “skippen” van een werkgroep, bijvoorbeeld vanwege een groepsopdracht waar ik op dat moment geen zin had. Het niet-aanwezig zijn zorgde er vervolgens voor dat ik ook de volgende sessies oversloeg, omdat er tenslotte met de reeds gevormde groepen verder werd gewerkt aan een bepaalde opdracht. Dit ging van kwaad tot erger (meer groepen missen, daardoor tentamens niet halen, daardoor niet meer aan bepaalde vereisten voldaan voor het deelnemen aan andere vakken). Dit ging door tot het punt dat ik weliswaar nog ingeschreven stond, maar zeer zelden nog college volgde (ik ging nog sporadisch naar een college en verliet dan meestal in de pauze de zaal).
Mijn omgeving had wel door dat ik geen zeer gemotiveerde student was, maar omdat ik ook een aantal dagen in de week werkte in een baan die ook gerelateerd was aan mijn studierichting en regelmatig bij mijn toenmalige vriendin in een andere stad verbleef, waren mijn dagen en sociaal leven toch goed gevuld. De dagen die ik “vrij” was (dat wil zeggen: de dagen dat ik had moeten studeren) vulde ik met uitslapen en sporten. Hoewel dit “prettig” tijdverdrijf was voelde het destijds natuurlijk niet zo; ik was mij ervan bewust dat wat ik deed niet goed was en ik voelde mij daar schuldig over, dus echt genoten van de vrije tijd heb ik nooit.
Terugkijkend heb ik met name spijt van de verspilde tijd (en het geld) en het feit dat ik tegen de mensen om mij heen heb gelogen over mijn (gebrek aan) studeren. Vooral ook omdat mijn omgeving mij nooit heeft gepusht om te (blijven) studeren; als ik had aangegeven te willen stoppen had men dit ongetwijfeld gewoon geaccepteerd. Reden dat ik dit niet heb gedaan is met name de verwachting die ik zelf had: dat ik dit toch gewoon zou moeten kunnen.
Inmiddels weet ik dat de structuur zoals aangeboden op de universiteit (met veel zelfstudie, veel werken in groepen, een breed pakket aan vakken waarvan een groot deel zeer theoretisch) gewoon niet goed bij mij past, en dat is prima.
Ik weet niet of iets of iemand mij in deze periode had kunnen helpen om het ten positieve om te draaien, maar ik had wel graag al eerder tot het besef gekomen (al dan niet met hulp van iemand) dat stoppen soms de beste optie is.
In de volgende vijf quotes deelt Simon (pseudoniem) zijn ervaringen:
“Je verzwijgt een college waar je niet heen bent geweest en vervolgens het tentamen dat je niet hebt gehaald. Dat escaleert.
Ik heb een halfjaar mijn studie volledig verwaarloosd en daarna ben ik gewoon andere vormen van tijdverdrijf gaan zoeken. Lange fietstochten maken, beetje wandelen, door de stad zwerven.”
“Het kan behoorlijk eenzaam zijn. De helft van de dag zie je niemand omdat je zogenaamd studeert en de andere helft van de dag spreek je wel mensen, maar lieg je tegen ze.”
“Toen heb ik het aan mijn vriendin verteld, die was natuurlijk volledig gechoqueerd. Ze vond dat ik niet tegen haar had hoeven liegen.”
“Ik heb mezelf de kans ontnomen om tijdens de periode dat ik eenzaam was, goed sociaal contact te hebben met mensen.
Als ik gewoon open was geweest dan was het allemaal een stuk simpeler geweest.”
“Zorg vooral dat je er met iemand over praat want je hoeft voor niemand te liegen. Het is niet te laat om een grote zwaai aan het wiel te geven. Elke dag waarop je eerder open bent naar de buitenwereld is mooi meegenomen.”
Bron: ‘Pretend student’ zijn in Leiden
Onderstaande achtergrondinformatie kan ik je aanraden:
Artikel: Nooit meer doen alsof
‘Morgen vertel ik alles’ – Job van Ballegooijen de Jong
2Doc uitzending: Schijnstudent
De Balie: Wie redt de pretend-student?
‘De moed van imperfectie’ – Brené Brown
3Doc Pretend student: Zou jij het durven?
‘Gelukkig ben ik niet de enige’ – Brené Brown
‘Pretend student’ zijn in Leiden
Podcast Vroeg! – Schijnstudent: ernstig verschijnsel, weinig bekend
Podcast VU – Pretending to Study
‘Nooit meer doen alsof’ – Aukje Nauta
Artikel VU – ‘Ik was bang vrienden te verliezen als ik eerlijk zou zijn’
Zit je ermee en kom je er niet uit?
Neem contact op!
E-mail naar: mieke@doenalsofjestudeert.nl of bel: 06 24 92 95 52